Engagement tegen ontbossing
Fase 2 - update
In het kader van haar duurzame beleggingsstrategie heeft ACTIAM zich tot doel gesteld om in 2030 ontbossingsvrij te zijn. Eén van de complexe uitdagingen bij het realiseren van deze ambitie is het consistent meten van ontbossing binnen de toeleveringsketens van de bedrijven waarin belegd wordt.
Om daarbij te helpen is ACTIAM in 2019 een samenwerking aangegaan met Satelligence, specialist in geodata analyse. Bedrijfsspecifieke ontbossing kan zo beter worden gemeten en teruggedrongen. In 2020 heeft ACTIAM met andere investeerders, samen goed voor € 1,8 biljoen aan beheerd vermogen, de krachten gebundeld en het beleggersinitiatief Satellite-based engagement towards zero deforestation gelanceerd. Deze groep investeerders gaat met bedrijven de dialoog aan over ontbossing die via satellietbeelden is gesignaleerd, waarbij deze bedrijven worden opgeroepen om stappen te zetten om ontbossing te voorkomen. Het doel is versnelling van de transitie naar ontbossingsvrije toeleveringsketens.
Na de eerste fase eind 2020, begin 2021, is ACTIAM samen met een groep investeerders - Achmea Investment Management, Aegon Nederland N.V., a.s.r. Asset Management, Aviva Investors, Fidelity International, Nomura Asset Management, Robeco en Zwitserleven, in fase 2 versterkt door MN (mede namens pensioenfondsen PME en PMT), NN Investment Partners, PGGM en Resona Asset Management - een tweede fase gestart met een nieuw aantal bedrijven dat palmolie betrekt uit Indonesië en Maleisië.
Net als in de eerste fase richt deze dialoog zich op twee groepen bedrijven.
De investeerders vragen bedrijven in groep A om hun toeleveranciers van zachte grondstoffen openbaar te maken, aangezien deze producten grote ontbossingsrisico's met zich meebrengen. Bedrijven die met ontbossing in verband worden gebracht, wordt gevraagd om de gevolgen daarvan zo veel mogelijk te beperken en krachtige processen in te voeren om herhaling in de toekomst te voorkomen.
Wij hebben tijdens de initiële uitrol van fase 2 acht gesprekken gevoerd, onder andere met Carrefour, Lóreal, Nestle, Procter & Gamble en Mitsui & Co. Ltd. De algemene bereidheid van deze bedrijven om open het gesprek met ons aan te gaan, is positief. Wat zijn de belangrijkste ‘takeaways’ van deze gesprekken en wat hebben we tot nu toe bereikt?
Gecertificeerd productiegebied voor duurzame palmolie (ha)
Wat het verdere verloop van fase 2 betreft, willen wij gesprekken inplannen met vijf bedrijven die we nog niet hebben gesproken. Daarnaast willen we aan het einde van het eerste kwartaal van 2022 opnieuw de dialoog aangaan met de bedrijven die we wel al hebben gesproken. Diverse bedrijven, onder andere Carrefour, Lóreal en Procter &Gamble, hebben al aan ons bevestigd dat zij bereid zijn om het gesprek met ons voort te zetten. Hoewel we in Indonesië en Maleisië positieve, succesvolle ontwikkelingen zien in de palmolieketen, is snel en effectief optreden nog altijd nodig, gezien onze ambitie van nul ontbossing.
Dit motiveert ons meer dan ooit om door te gaan met ons engagementprogramma en dit ook uit te breiden. We zien ons daarbij gesterkt door aanvullende regelgeving, zoals de Britse due-diligencewetgeving die specifiek ziet op ontbossing. In november 2021 heeft het Britse parlement een milieuwet aangenomen die bedrijven in het VK verplicht om te zorgen dat als zij grondstoffen gebruiken die met ontbossing in verband worden gebracht, deze grondstoffen legaal moeten zijn geproduceerd. Tijdens COP26 hebben 30 financiële instellingen, waaronder ACTIAM, aangekondigd dat zij zich maximaal gaan inspannen om hun beleggings- en kredietportefeuilles in 2025 ontbossingsvrij te hebben. ACTIAM blijft op de korte termijn streven naar nul ontbossing via engagement, waarbij geldt dat naarmate 2025 dichterbij komt, we wellicht bepaalde uitsluitingen zullen moeten toepassen. We maken gebruik van engagement als instrument, omdat het ons doel is een positieve impact te hebben op de reële economie en het milieu, waarbij we duurzaamheidsrisico's in onze portefeuilles zo veel mogelijk willen elimineren. Meer dan 100 landen, goed voor 85% van het wereldwijde bosareaal, hebben tijdens COP26 toegezegd om “het verlies van bos en grondverarming samen een halt toe te roepen en het getij uiterlijk in 2030 te keren”. Wij verwachten dat nationale programma's voor duurzaam grondgebruik hierdoor versneld zullen worden ingevoerd en ook dat dit bedrijven stimuleert om met ons de dialoog aan te gaan.
In dat licht willen we onze gesprekken en activiteiten richten op het volgende:
EEN EINDE AAN ONTBOSSING IN 2030
Om daarbij te helpen is ACTIAM in 2019 een samenwerking aangegaan met Satelligence, specialist in geodata analyse. Bedrijfsspecifieke ontbossing kan zo beter worden gemeten en teruggedrongen. In 2020 heeft ACTIAM met andere investeerders, samen goed voor € 1,8 biljoen aan beheerd vermogen, de krachten gebundeld en het beleggersinitiatief Satellite-based engagement towards zero deforestation gelanceerd. Deze groep investeerders gaat met bedrijven de dialoog aan over ontbossing die via satellietbeelden is gesignaleerd, waarbij deze bedrijven worden opgeroepen om stappen te zetten om ontbossing te voorkomen. Het doel is versnelling van de transitie naar ontbossingsvrije toeleveringsketens.
ENGAGEMENTACTIVITEITEN JULI - NOVEMBER ‘21
Na de eerste fase eind 2020, begin 2021, is ACTIAM samen met een groep investeerders - Achmea Investment Management, Aegon Nederland N.V., a.s.r. Asset Management, Aviva Investors, Fidelity International, Nomura Asset Management, Robeco en Zwitserleven, in fase 2 versterkt door MN (mede namens pensioenfondsen PME en PMT), NN Investment Partners, PGGM en Resona Asset Management - een tweede fase gestart met een nieuw aantal bedrijven dat palmolie betrekt uit Indonesië en Maleisië.
Net als in de eerste fase richt deze dialoog zich op twee groepen bedrijven.
- Groep A: bedrijven die nog geen lijsten van toeleveranciers van zachte grondstoffen (inclusief palmolie) openbaar maken. Vanwege dit gebrek aan transparantie is het nog niet mogelijk om de link te leggen tussen satellietbeelden van ontbossingsincidenten en deze groep bedrijven.
- Groep B: bedrijven die wel lijsten van toeleveranciers van zachte grondstoffen en lijsten van fabrieken publiceren. Bij deze bedrijven kan wel een link worden gelegd met het tempo van ontbossing en via satelliet gedetecteerde incidenten. De gegevens van Satelligence gebruiken wij dan in onze engagementgesprekken.
De investeerders vragen bedrijven in groep A om hun toeleveranciers van zachte grondstoffen openbaar te maken, aangezien deze producten grote ontbossingsrisico's met zich meebrengen. Bedrijven die met ontbossing in verband worden gebracht, wordt gevraagd om de gevolgen daarvan zo veel mogelijk te beperken en krachtige processen in te voeren om herhaling in de toekomst te voorkomen.
Te benaderen bedrijven in fase 2
INZICHTEN EN VOORTGANG FASE 2
Wij hebben tijdens de initiële uitrol van fase 2 acht gesprekken gevoerd, onder andere met Carrefour, Lóreal, Nestle, Procter & Gamble en Mitsui & Co. Ltd. De algemene bereidheid van deze bedrijven om open het gesprek met ons aan te gaan, is positief. Wat zijn de belangrijkste ‘takeaways’ van deze gesprekken en wat hebben we tot nu toe bereikt?
- Positief is dat toonaangevende bedrijven zoals Lóreal, Nestle en Procter & Gamble veel meer doen dan hun beleid voorschrijft en monitoring- en verificatiesystemen hebben voor hun palmolietoeleveringsketen. Ook beschikken zij specifiek over klachtenprocedures voor het melden van ontbossingsincidenten en daarmee verband houdende milieuproblemen.
- Bedrijven zien in toenemende mate het belang in om transparant te zijn en publiceren steeds vaker lijsten van toeleveranciers en fabrieken. Een indicatie dat ook zij stappen zetten richting volledige traceerbaarheid.
- Bedrijven houden toeleveranciers verantwoordelijk door contracten op te schorten wanneer een leverancier de doelstelling “nul ontbossing” schendt of na zo'n schending geen wezenlijke verbeteringen doorvoert.
- Er wordt voor het monitoren van toeleveranciers steeds vaker gebruik gemaakt van RSPO-certificering en bedrijven zoals Mitsui & Co. Ltd. hanteren doelstellingen om volledige certificering te verkrijgen (zie grafiek).
Gecertificeerd productiegebied voor duurzame palmolie (ha)

Bron: RSPO, 2021
- Een krachtiger middel dan certificering is de inzet van satellietgegevens voor het traceren en onderzoeken van incidenten bij toeleveranciers – we zien dat diverse bedrijven zoals Procter & Gamble dit instrument al in hun toolbox hebben - en we moedigen andere bedrijven aan om dit ook in overweging te nemen.
- Een probleem dat blijft, is dat ontbossing in toenemende mate plaatsvindt bij kleine boeren, wat het moeilijker maakt om dit voor te zijn. In Indonesië en Maleisië is zo'n 40% van de palmolie afkomstig van plantages met minder dan 50 hectare grond . Als je deze individuele toeleveranciers aan de kant zet, heeft dit niet automatisch een enorm effect op het voorkomen van ontbossing; met name niet zolang er veel vraag blijft naar niet-gecertificeerde palmolie.
- Nagenoeg alle bedrijven die wij spraken, geven aan dat sectorbrede initiatieven nodig zijn om een gelijk speelveld te creëren en bredere effecten in het veld te zien. Zo'n initiatief is bijvoorbeeld de Forest Positive Coalition van het Consumer Goods Forum, waarbij een multi-stakeholderbenadering wordt toegepast. Er wordt verwacht dat alle producenten, handelaren en leveranciers van zachte grondstoffen duurzame methoden toepassen, zodat een sectorbrede transformatie tot stand komt.
- Er is bij palmolie nog altijd sprake van grote uitdagingen op het punt van transparantie en ontbossing op plantages. Toch is de transparantie binnen deze keten meer verbeterd dan bij vlees en soja als diervoeding. Vandaar dat wij in onze gesprekken ook praten over de risico's van andere grondstoffen. Doel is om met ons engagement een zo groot mogelijk effect te sorteren.
Satellietfoto's tonen het verlies van bos tussen twee tijdstippen in
VERVOLGSTAPPEN
Wat het verdere verloop van fase 2 betreft, willen wij gesprekken inplannen met vijf bedrijven die we nog niet hebben gesproken. Daarnaast willen we aan het einde van het eerste kwartaal van 2022 opnieuw de dialoog aangaan met de bedrijven die we wel al hebben gesproken. Diverse bedrijven, onder andere Carrefour, Lóreal en Procter &Gamble, hebben al aan ons bevestigd dat zij bereid zijn om het gesprek met ons voort te zetten. Hoewel we in Indonesië en Maleisië positieve, succesvolle ontwikkelingen zien in de palmolieketen, is snel en effectief optreden nog altijd nodig, gezien onze ambitie van nul ontbossing.
Dit motiveert ons meer dan ooit om door te gaan met ons engagementprogramma en dit ook uit te breiden. We zien ons daarbij gesterkt door aanvullende regelgeving, zoals de Britse due-diligencewetgeving die specifiek ziet op ontbossing. In november 2021 heeft het Britse parlement een milieuwet aangenomen die bedrijven in het VK verplicht om te zorgen dat als zij grondstoffen gebruiken die met ontbossing in verband worden gebracht, deze grondstoffen legaal moeten zijn geproduceerd. Tijdens COP26 hebben 30 financiële instellingen, waaronder ACTIAM, aangekondigd dat zij zich maximaal gaan inspannen om hun beleggings- en kredietportefeuilles in 2025 ontbossingsvrij te hebben. ACTIAM blijft op de korte termijn streven naar nul ontbossing via engagement, waarbij geldt dat naarmate 2025 dichterbij komt, we wellicht bepaalde uitsluitingen zullen moeten toepassen. We maken gebruik van engagement als instrument, omdat het ons doel is een positieve impact te hebben op de reële economie en het milieu, waarbij we duurzaamheidsrisico's in onze portefeuilles zo veel mogelijk willen elimineren. Meer dan 100 landen, goed voor 85% van het wereldwijde bosareaal, hebben tijdens COP26 toegezegd om “het verlies van bos en grondverarming samen een halt toe te roepen en het getij uiterlijk in 2030 te keren”. Wij verwachten dat nationale programma's voor duurzaam grondgebruik hierdoor versneld zullen worden ingevoerd en ook dat dit bedrijven stimuleert om met ons de dialoog aan te gaan.
In dat licht willen we onze gesprekken en activiteiten richten op het volgende:
- Met de bedrijven met wie we al in dialoog zijn over incidenten die door Satelligence zijn ontdekt, willen we een vervolggesprek voeren om inzicht te krijgen in hun visie en de problemen waar zij tegenaan lopen als ze herhaling willen voorkomen.
- Hoewel veel bedrijven in dit engagementprogramma eigen doelstellingen hebben om in 2030 - of zelfs eerder - ontbossingsvrij te zijn, zoals Unilever en Cargill, speelt ook de wijze waarop managementteams worden gestimuleerd een rol bij de vraag of en hoe snel dit gaat lukken. Vandaar dat wij bedrijven gaan vragen in hoeverre er een koppeling is tussen KPI’s en beloningen enerzijds en deze doelstellingen anderzijds.
- Verder zullen wij ons niet alleen richten op het voorkomen van ontbossing, maar ook op de wijze waarop een bedrijf incidenten in het verleden heeft opgelost en actief aan herbebossing doet. Bedrijven zoals Nestle hebben een “forest positive”-strategie en herbebossing vormt daarvan een belangrijk onderdeel.
- Ook kijken wij naar sectorbrede initiatieven en naar organisaties zoals het IDH - The Sustainable Trade Initiative, die zich met deze problematiek bezighouden om duidelijk te krijgen hoe je bedrijven kunt stimuleren verbeteringen door te voeren. Doel is om de sector collectief tot een uniforme ontbossingsverwachting te laten komen en de overstap te laten maken naar toeleveranciers die zich aan de regels houden. Daarmee bereiken wij sneller onze doelstellingen.
- Hoewel moet worden afgewacht of de toezeggingen van landen tijdens COP26 zich inderdaad vertalen in verdere regelgeving en programma-implementatie, gaan wij ook met bedrijven in gesprek over het transparant zijn over hun lobbyactiviteiten. We willen ervoor zorgen dat deze activiteiten niet in regelgeving resulteert die indruist tegen de zelfverklaarde doelstellingen van deze bedrijven. De wijze waarop bedrijven via hun brancheorganisaties invloed uitoefenen op de overheid kan forse gevolgen hebben voor de snelheid waarmee een einde wordt gemaakt aan ontbossing.