Dierenwelzijn
Onderdeel van de Fundamentele Beleggingsbeginselen van ACTIAM
In de prehistorie was bont essentieel voor het overleven van de mensheid, maar tegenwoordig is het een controversieel luxeartikel. Samen met China neemt Europa circa 60% van de wereldwijde productie van nertspelzen voor zijn rekening (deze pelzen maken zelf ruim 85% van de totale internationale bonthandel uit). Volgens cijfers uit 2015 is hiermee naar schatting een bedrag van zo'n € 6,2 miljard gemoeid.
Toch heeft een aantal luxemerken door druk van dierenrechtenactivisten en toenemende bezorgdheid onder consumenten over dierenwelzijn besloten om geen gebruik meer te maken van bont. Daarnaast hebben verscheidene landen al besloten om bont te verbieden of zijn ze bezig het gebruik ervan geleidelijk af te schaffen.
Bont en exotische dierenhuiden waren vroeger een bijproduct van de veeteelt en van dierenhuid gemaakte producten gingen een leven lang mee. Door de groeiende vraag in het luxesegment zijn er echter meer dieren nodig om aan de vraag te kunnen voldoen. Tegelijkertijd zijn in toenemende mate synthetische alternatieven beschikbaar. Deze ontwikkelingen hebben de discussie gevoed over de vraag of het doden van dieren voor hun vacht nog wel te rechtvaardigen is. In pro-bont campagnes worden de milieueffecten van imitatiebont hevig bekritiseerd, terwijl in de campagnes tegen bont vaak ethische argumenten worden aangevoerd. De milieubelasting omvat echter een aantal verschillende aspecten en deze zijn nog niet voldoende uitgebreid onderzocht.
Over het algemeen kan in ieder geval worden gesteld dat het fokken van pelsdieren niet alleen een controversieel onderwerp is, maar ook een complex onderwerp. Hoewel we erkennen dat de mode-industrie voor vele uitdagingen staat, zoals waterverbruik, vervuiling en slechte arbeidsomstandigheden, ziet ons engagement op de productie en het gebruik van bont en exotische dierenhuiden.
Activiteiten op het gebied van engagement
Vanwege zorgen op het gebied van milieu, maatschappij en bestuur (Environmental, Social and Governance: ESG) kunnen beleggers ervoor terugdeinzen om zich in te laten met bedrijven die producten vervaardigen die bont en exotische dierenhuiden bevatten. Het normatieve debat is namelijk verschoven en merken die met deze materialen werken, kunnen mogelijk met negatieve financiële gevolgen te maken krijgen.
In een periode van twee jaar is ACTIAM - op basis van haar Fundamentele Beleggingsbeginselen - met vijf internationale beursgenoteerde luxemerken de dialoog aangegaan om de controverses rondom het onderwerp bont en exotisch leer te bespreken. De doelstellingen voor het engagement waren de volgende:
- inzicht in de manier waarop het bedrijf gebruikmaakt van bont en exotisch leer;
- inzicht in de manier waarop het bedrijf omgaat met het negatieve sentiment onder consumenten rondom bont en met de ontwikkelingen in de regelgeving;
- een toezegging van het bedrijf dat het gebruik van bont wordt afgebouwd of gestaakt.
Resultaten
Grote verschillen in verantwoorde inkoopnormen
Hoewel de praktijken bij pelsdierfokkerijen vanwege verschillen in regelgeving en handhaving over de hele wereld zeer uiteenlopen, zijn we wel van mening dat de veranderingen in bepaalde regelgeving gelijk opgaan met de veranderende maatschappelijke perceptie. De Europese Unie kan over het algemeen in haar regelgeving als vrij vooruitstrevend worden beschouwd: niet alleen de humane behandeling en slacht van dieren die tot voedsel dienen worden gereguleerd, maar ook die van dieren die voor de kledingindustrie worden gefokt. Pelsdierfokkerijen in Europa worden regelmatig gecontroleerd. De daarbij geconstateerde mate van naleving wisselt. In andere landen, zoals China en Rusland, is het regelgevend toezicht minimaal en groeit de vraag naar bont zelfs.
Daarnaast zijn er normen zoals het op initiatief van de sector tot stand gekomen Welfur, de Saga-normen en de BSR Animal Sourcing Principles. Deze krijgen vaak kritiek te verduren, omdat ze door de bontindustrie zelf zijn ontwikkeld en in sommige gevallen ook toestaan dat in de sector nog steeds kleine draadkooien worden gebruikt.
De meeste luxemerken hanteren inkoopnormen die voorzien in ethische normen en traceerbaarheid. De handhaving van deze normen lijkt in veel gevallen echter onvoldoende. Daarnaast wordt, hoewel de normen vaak centraal tot stand komen, het toezicht op merkniveau gedecentraliseerd (in het bijzonder omdat creatieve vrijheid en autonomie door alle luxe modehuizen als essentieel worden beschouwd).
Gebruik van alternatieven
De afgelopen jaren hebben veel fabrikanten van luxe mode aangekondigd dat zij zullen stoppen met het gebruik van bont en/of exotisch leer of zij hebben toegezegd dat zij helemaal geen dierlijke producten meer zullen gebruiken. Hoewel dit vanuit het oogpunt van dierenwelzijn prijzenswaardig is, roept het wel vragen op over de synthetische alternatieven die worden gebruikt.
Eén argument tegen synthetisch bont is dat het veelal van fossiele brandstoffen (zoals aardolie, aardgas en steenkool) wordt gemaakt. Ook wordt gesteld dat synthetisch bont op microscopisch niveau vezels loslaat. Dat is niet alleen schadelijk voor het milieu, maar ook voor onze gezondheid. Uit milieuwinst en -verliesbeoordelingen (Environmental Profit & Loss; EP&L) is gebleken dat bij de synthetische alternatieven de winning en verwerking van olie tot garen de schadelijkste invloed heeft.
Daarnaast is in een door CE Delft uitgevoerde levenscyclusanalyse (LCA) geconcludeerd dat bont van nertsen veel schadelijker is voor het milieu dan het op één na slechtste alternatief: wol. Nertsbont scoorde slecht op maar liefst 17 van de 18 verschillende milieuthema's waarop is beoordeeld, waaronder klimaatverandering, eutrofiëring, uitstoot van giftige stoffen en aantasting van de ozonlaag. Dit is niet geheel verrassend, gezien het feit dat er op een humane manier dieren moeten worden gehouden, gevoerd en geslacht. De daarmee verkregen stijve pelzen moeten bovendien nog in bruikbaar bont worden veranderd, waar verschillende chemische behandelingen voor nodig zijn. Hierbij moet worden opgemerkt dat in deze levenscyclusanalyse geen rekening is gehouden met waterverbruik voor het schoonmaken van de kooien, mestverwerking en de energie die nodig is om een pelsdierfokkerij in stand te houden.
Het resultaat is grotendeels te wijten aan het negatieve effect dat juist het voer op het milieu heeft. Zo zijn voor 1 kg bont gemiddeld 11 dieren en zo'n 563 kg voedsel nodig. Er wordt dan ook niet altijd rekening gehouden met de milieubelasting hiervan.
Hoewel imitatiebont een meer milieuvriendelijke optie lijkt te zijn, moet ook de levensduur van het materiaal in ogenschouw worden genomen. Wanneer natuurlijk bont met synthetisch bont wordt vergeleken, heeft een jas van imitatiebont een geschatte levensduur van 6 jaar (terwijl een jas van natuurlijk bont een levensduur van gemiddeld 30 jaar heeft). Dat hangt uiteraard ook van de kwaliteit van het synthetische bont af. Toch lijken de alternatieven van imitatiebont van vandaag de dag een aanzienlijk kortere levensduur te hebben dan natuurlijk bont. Er zijn echter wel milieuvriendelijke alternatieven voorhanden waarin de meeste bezwaren tegen imitatiebont lijken te zijn weggenomen, zoals: hergebruikte plastic flessen, denimbont dat van 100% katoen is gemaakt en bont op basis van hennep. Ook zijn er verschillende plantaardige leerproducten beschikbaar, zoals kurk, ananasleer en in een laboratorium gekweekt leer. Deze soorten leer hoeven niet het giftige looiproces te ondergaan dat voor natuurlijk leer nodig is en hebben daarom de voorkeur waar het gaat om volksgezondheid, milieu en dierenwelzijn.
Reactie van luxemerken waarmee gesprekken zijn gevoerd
Bij de luxemerken waarmee de afgelopen jaren de dialoog is aangegaan, zien we zeer uiteenlopende houdingen ten opzichte van imitatiebont en ook de mate waarin op het engagement werd gereageerd, verschilde. Terwijl sommige bedrijven in hun collectie de nieuwste technieken willen gebruiken en samen met technische universiteiten onderwijsprogramma's opzetten, zeggen andere bedrijven dat de keuze voor materialen in de collecties volledig bij de ontwerpers berust en kiest de leiding van het bedrijf er bewust voor afstand te nemen als het gaat om dit onderwerp. Verder hebben verscheidene luxemerken tijdens het engagement toegezegd te stoppen met het gebruik van bont in hun producten. We hebben bij deze merken echter geen verbod op exotisch leer gezien.
Volgende stappen
Door de gesprekken met deze luxemerken is inzicht verkregen in nieuwe ontwikkelingen en materialen. Het was in het bijzonder nuttig om te onderzoeken in welke mate de bedrijven zich bewust zijn van ESG-risico's en hoe innovatief ze zijn op het gebied van alternatieven. De achterblijvers zijn de bedrijven die voor dit controversiële onderwerp geen holistische visie voor de lange termijn hebben, terwijl de koplopers ons met hun diepgaande en constructieve dialoog hebben verrast. Tegelijkertijd kunnen bedrijven het ESG-risico beperken en op de lange termijn ESG-kansen scheppen door de transparantie en de traceerbaarheid van grondstoffen te verbeteren en de milieueffecten alsook maatschappelijke gevolgen in hun toeleveringsketen te verminderen.
Als beleggers verwachten we van bedrijven dat zij voor het gebruik van bont en exotisch leer een strategie bepalen en bekendmaken. Van de bedrijven die de producten blijven gebruiken, wordt volledige transparantie verwacht over hoe en waar de producten worden ingekocht. Bovendien verwachten we van deze bedrijven dat zij toezeggen dat zij de vijf vrijheden voor dieren (Five Freedoms of Animals) beschermen en de hoogste maatschappelijke standaarden en milieunormen hanteren. Ten slotte verwachten we van bedrijven dat zij alternatieven voor bont en exotisch leer met een lage milieubelasting onderzoeken, ontwikkelen en gebruiken en dat zij een holistische visie formuleren op de algemene milieueffecten van de door hen gebruikte grondstoffen.
Bron: ACTIAM, per eind december 2019