Verborgen beleggingsthema's met impact

INTRODUCTIE

Van alle impactgerelateerde onderwerpen houden beleggers zich het meest bezig met klimaatverandering. In het turbulente jaar 2020 is het aantal aandelenbeleggingen rond het thema ‘beperking van klimaatverandering’ omhooggeschoten. Beleggers zagen de koersen van aandelen in producenten van elektrische voertuigen, groene nutsvoorzieningen, waterstof, zonnepanelen en windturbines enorm stijgen.

Dit zien we niet alleen terug in de aandelenkoers van Tesla (740% winst in 2020), maar bijvoorbeeld ook in de S&P Clean Energy Index. Deze index vertoonde een stijging van 141% in 2020 tegenover een min of meer stabiele koers in de vier jaren daarvoor.

Deze ontwikkeling komt niet echt als een verrassing. Het aantal klimaatgerelateerde natuurrampen is de laatste jaren aanzienlijk toegenomen, met zware stormen, overstromingen, droogte en bosbranden als een treurig teken dat de fysieke risico’s van de opwarming van de aarde zich reeds openbaren. In de afgelopen drie jaar is de klimaatgerelateerde schade gestegen tot boven de $650 miljard, wat neerkomt op 28 basispunten van het mondiale Bruto Binnenlandse Product (BBP). Klimaatverandering wordt dan ook inmiddels erkend als een relevant thema voor bedrijven en vermogensbeheerders.

Met andere woorden: beleggen in klimaatverandering is ‘hot’ en in dit deel van de markt zijn zowel de waarderingen als de volatiliteit gestegen. Vanwege meer overheidsregulering ten aanzien van klimaatverandering, grotere zichtbaarheid door beleggers, minder zicht op subsidies, kwantitatieve versoepeling en de markten is het moeilijk te zeggen of er sprake is van een overwaardering van deze aandelen of dat de grotere volatiliteit en koersbewegingen worden veroorzaakt door de irrationele inflatie van de groene bubbel danwel dat er sprake is van rationele beleggingen, omdat de wereld verandert. Wat echter interessanter is, is dat het goed zou zijn om naast klimaatverandering ook te kijken naar andere thema’s die veel invloed hebben. Rendementen op de lange termijn en blootstelling aan deze andere thema’s kunnen nu kansen bieden voor beleggers; kansen die in de toekomst wellicht verdwenen zullen zijn, omdat de risico’s en kansen tegen die tijd ten volle in de koersen zullen zijn opgenomen.

In zijn laatste rapport, ”Kansen pakken en risico’s beheersen; Over de samenhang tussen de SDG’s en IMVO”, stelt de Sociaal-Economische Raad dat financiële instellingen als hefboom kunnen fungeren door hun aandeelhoudersposities in te zetten. De beste aanpak hiervoor is het opzetten van een robuust due-diligencekader waarmee kan worden gecontroleerd of bedrijven zich aan de “best practices” houden. Aandeelhouders kunnen dan vragen stellen over “best practices” en daartoe ook zelf voorstellen doen.

Nederlandse institutionele beleggers die zich bewust zijn van de thema’s die meer aandacht van toezichthouders zullen krijgen – en in het licht van de voor hen kennelijk ingewikkelde implementatie van het IMVO-kader – zullen hun beleidsdocumentatie hierop aanpassen en zekerstellen of hun beleggings- en engagementstrategieën op de toekomstige risico’s en kansen op duurzaamheidsgebied zijn voorbereid.

Thema’s die in de komende jaren belangrijk worden en die direct en indirect belegbaar en herleidbaar zijn tot toeleveringsketens van bedrijven, zullen in eerste instantie milieugerelateerd zijn. Het verminderen van ongelijkheid, fatsoenlijk werk en geen armoede zijn allemaal belangrijke duurzame ontwikkelingsdoelen (Sustainable Development Goals -SDG’s), maar zonder het adresseren van milieuomstandigheden die daaraan bijdragen zal het bestrijden van ongelijkheid en armoede onhaalbaar blijken. De huidige klimaatomstandigheden en de andere systemen op aarde verslechteren, maar kunnen nog altijd zorgen voor een welvarende samenleving. Maar door klimaatverandering, het kappen van bossen, de uitputting van hulpbronnen etc. zijn de randvoorwaarden voor een welvarende samenleving in gevaar. Dus ondanks de andere onderwerpen van de OESO die voor beleggers van even groot belang zijn, is het bewaken van gunstige milieuomstandigheden essentieel. En niet alleen voor bedrijven en overheden, maar ook voor de samenleving in het algemeen.

Sustainable Development Goals

Sustainable Development Goals
Bron: https://blog.igem.org/

Hieronder worden alternatieve beleggingsthema’s besproken en oplossingen voor de belangrijkste risico’s zoals gerapporteerd door het World Economic Forum in zijn laatste risicorapport. Hierin worden naast klimaatverandering ook massavernietigingswapens, infectieziekten, verlies aan biodiversiteit en uitputting van natuurlijke hulpbronnen genoemd als de belangrijkste risico’s die de mensheid bedreigen. Thema’s als waterbeheer, circulariteit en biodiversiteit zullen daarom de komende jaren meer aandacht krijgen in het kader van de transitie naar een duurzame samenleving.

Wereldwijde risicolandschap

Wereldwijde risicolandschap
Bron: http://www3.weforum.org.

WATERBEHEER

Als het waterverbruik wereldwijd in het huidige tempo blijft groeien, zal de vraag naar water het aanbod in 2030 naar verwachting met 40% overstijgen. Bevolkingsgroei en economische ontwikkeling zorgen voor een stijgende vraag naar water voor irrigatie, de industrie en voor huishoudens. Reden voor de opname van een SDG die specifiek te maken heeft met water (SDG #6). In het kader van impact is dit uiteraard een belangrijk thema, want de beschikbaarheid van water is een basisbehoefte van de mens en tegelijkertijd cruciaal voor productieprocessen. Hoewel klimaatverandering van invloed is op de beschikbaarheid van water, kunnen oplossingen voor waterbeheer kansen en risico’s voor beleggers bieden. Dit onderwerp zal op de middellange tot lange termijn steeds belangrijker worden. De Wereldbank schat dat het bbp tegen 2050 met 6% zal zijn gedaald als gevolg van een toenemende concurrentiestrijd om watervoorraden. Voor bedrijven is de impact van waterrisico’s nu al voelbaar met alleen al in 2018 een totale financiële strop van $ 28,5 miljard, volgens de internationale non-profitorganisatie CDP die bedrijven en steden helpt hun milieu-impact openbaar te maken.

Afgezet tegen beleggingen in klimaatveranderingsoplossingen hebben bedrijven die zich richten op waterbeheer hun aandelenkoers niet tot astronomische hoogte zien stijgen. Wanneer we specifiek kijken naar waarderingen als weerspiegeling van prestaties op dit gebied, zien we dat de MSCI Global Sustainable Water Index aanzienlijk goedkoper is dan de MSCI World; eind december werd de index verhandeld op 24 tegenover een koers-winstverhouding van 28 van de MSCI World.

P/E-ratio waterindex versus wereldindex

P/E-ratio waterindex versus wereldindex
Bron: MSCI

Gezien de voorspelling dat het watertekort zal toenemen, waarbij de vraag naar verwachting het aanbod zal overstijgen in de komende decennia, zal deze korting op de lange termijn waarschijnlijk steeds minder worden (ondanks een oververtegenwoordiging van nutsbedrijven in de waterindex, met altijd al een lagere koers-winstverhouding). Dat komt met name omdat de waterdienstenindustrie (zoals bedrijven die afvalwater verwerken of bedrijven die slimme-metersystemen voor waterinfrastructuur ontwikkelen) naar verwachting wereldwijd jaarlijks met ongeveer 4-6% zal groeien (Bron: GWI Global Water Market 2015). Bedrijven die hun waterrisico’s niet onder controle hebben, zullen echter te maken krijgen met intensiever toezicht en ook droogte kan bedrijven raken wanneer op dat gebied toenemende overheidsregulering plaatsvindt. Neem een Coca-Cola-bottelfabriek in Noord-India die moest sluiten nadat lokale boeren de fabriek ervan hadden beschuldigd te veel water te verbruiken; een hoofdpijndossier voor ’s werelds grootste frisdrankproducent in één van de belangrijkste markten in 2014. Het betrof een van de kleinere fabrieken van het bedrijf, dus Coca-Cola had er financieel niet onder te lijden. Maar de problemen hielden aan: in 2017 stapten handelaren in de zuidelijke Indiase staat Tamil Nadu, met een bevolking groter dan die van het Verenigd Koninkrijk, over van de grote merken op lokaal geproduceerde frisdranken. De reden voor de boycot was dezelfde als de reden voor de sluiting van de eerdergenoemde fabriek. Hoewel sommige bedrijven wellicht goede argumenten hebben ten aanzien van het watergebruik, laat dit voorbeeld zien dat bedrijven kunnen worden geraakt (ongeacht hoeveel blaam hen treft met betrekking tot het probleem in kwestie).

 

Waterbeheer als kans

De kosten die tussen nu en 2030 jaarlijks moeten worden gemaakt om wereldwijd te komen tot een effectieve waterinfrastructuur bedragen meer dan $1 biljoen (bron: OECD 2005/Morgan Stanley). Met bedrijven die hun geld verdienen door water te leveren aan consumenten, afvalwater te zuiveren en zich met watertechnologie bezig te houden (die naar verwachting 4-6% per jaar zullen groeien) biedt dit kansen voor beleggers om nu in te stappen.

Gezien de onder druk staande koers-winstverhoudingen en de wetenschap dat er sprake zal zijn van groei en benodigde investeringen, kunnen beleggers op dit thema winst behalen. Water zal schaarser worden en er zullen meer investeringen nodig zijn om aan de vraag naar water te kunnen voldoen. Dit hoeft met betrekking tot de positionering niet noodzakelijkerwijs te betekenen dat beleggers meer cyclisch of defensief zullen beleggen, want de meeste kansen komen van de industrie en nutsbedrijven. Beleggers kunnen daaruit een afgewogen mix maken. Voorlopers in de watersector zijn goed voorbereid op de extra vraag. Watertechnologiebedrijven voorzien zowel waterbedrijven als hun klanten van de technologie en producten voor het bijhouden van waterverbruik, het vergroten van de efficiëntie en alles daartussenin.

Waterbeheer als risico

Net als in het geval van Coca Cola in India en bij kolencentrales vormen ‘gestrande activa’ en hogere kosten de belangrijkste risico’s voor bedrijven en beleggers. We kennen gestrande activa als gevolg van klimaatverandering, maar gestrande activa ten gevolge van watertekorten zijn net zo waarschijnlijk. Elektriciteitscentrales worden grotendeels met water gekoeld, maar nog interessanter is wellicht dat bij de productie van microchips ook veel water wordt gebruikt. De vraag naar microchips stijgt explosief, maar de levering ervan kan een probleem worden wanneer fabrieken veel water gebruiken in gebieden waar water schaarser wordt. Producenten van elektronica in het algemeen lopen risico wanneer er geen microchips beschikbaar zijn of wanneer de levering ervan wordt geraakt door problemen met de waterlevering. Vanzelfsprekend moet het risicobeheer van bedrijven ten aanzien van de levering van water op orde zijn en moeten bedrijven zorgen voor beleid op hun productielocaties, maar tegelijkertijd zouden zij toezicht moeten houden op de locaties van hun leveranciers en hun toeleveringsketen moeten controleren op potentiële problemen. Slecht geleide productielocaties of toeleveringsketens zullen tot kosten leiden die hadden kunnen worden voorkomen. Voor beleggers zou dit het doel moeten zijn in due diligence en engagement, namelijk: het voorkomen van vermijdbare kosten ten aanzien van waterbeheer.

CIRCULARITEIT

De Verenigde Naties (VN) voorspelt dat de wereldbevolking in 2030 met 1 miljard mensen zal zijn toegenomen en dat 60% van de wereldbevolking dan in steden zal leven. Tezamen zullen deze ontwikkelingen steeds meer druk leggen op de natuurlijke hulpbronnen, tenzij de samenhang tussen economische groei en consumptietrends kan worden verbroken. Het verbeteren van de efficiëntie van het gebruik van hulpbronnen, de ontwikkeling van een circulaire economie en het minimaliseren van vervuiling is allemaal cruciaal om het 12e duurzame ontwikkelingsdoel (SDG 12) te kunnen bereiken. Met name circulariteit is een thema dat opvallend genoeg al geruime tijd in de publieke belangstelling staat, maar dat de aandacht van beleggers nog niet echt heeft weten te trekken.

Case Study: Xylem

Xylem Inc. is een watertechnologiebedrijf. Het bedrijf ontwerpt, produceert en levert technische oplossingen voor een scala aan kritische toepassingen. Het levert apparatuur en diensten voor water- en afvalwatertoepassingen en heeft een portefeuille met producten en diensten die te maken hebben met de waterkringloop: van winning, verdeling en gebruik tot en met het terugbrengen van water in het milieu. Xylem ontwikkelt en vermarkt innovatieve oplossingen die gemeenschappen kunnen helpen bij het oplossen van belangrijke waterproblemen, waaronder oplossingen voor de miljoenen mensen die onderaan de mondiale economische piramide leven. Door digitale technologieën op het gebied van zuivering, verlies en hergebruik van water te integreren, verbetert Xylem de waterhuishouding als geheel en creëert het bedrijf water-, energie- en kostenefficiëntie. Dat is in het algemeen belang en maakt gemeenschappen weerbaarder en duurzamer. Xylem lijkt goed te zijn gepositioneerd om te kunnen profiteren van de groeiende belangstelling voor waterbeheer als gevolg van de toegenomen risico’s die verband houden met water; het bedrijf heeft de afgelopen vijf jaar beter gepresteerd dan de SP500 en heeft relatief gezien de hoogste MSCI ESG-rating.

 

Een reden daarvoor kan zijn dat circulariteit een breed thema is, waardoor het moeilijk is om te bepalen welke deelsector of bedrijfstak hierop precies actief is. Daarnaast is het ook niet eenvoudig meetbaar, zoals dat bijvoorbeeld bij de CO2-voetafdruk wel het geval is, juist omdat het zo’n breed onderwerp is. En dat terwijl circulariteit bedrijven en beleggers beleggingskansen kan bieden; zo kan de Nederlandse economie bijvoorbeeld met € 7 miljard, 50.000 banen en 25% minder import van primaire hulpbronnen profiteren van de circulaire economie (bron: TNO). Voor beleggers vormt dit mogelijk een drijfveer om hun positie te vergroten, maar het zou net zo goed een reden kunnen zijn om zich te richten op bedrijven die circulariteit in hun productieprocessen of toeleveringsketens integreren door middel van due diligence op beleid.

Circulariteit als kans

Verantwoord afvalbeheer heeft twee voordelen: 1) de negatieve gevolgen voor het milieu worden beperkt en 2) de behoefte aan meer primaire hulpbronnen wordt kleiner. Via producten en diensten die bedrijven leveren aan andere bedrijven en consumenten kunnen bedrijven een bijdrage leveren aan de circulaire economie. Een bedrijf als Umicore in België bijvoorbeeld houdt zich bezig met het creëren van een bedrijfsmodel rond de recycling van gebruikte accu’s, waardoor elektrische voertuigen nog milieuvriendelijker worden. Bedrijven die een omslag maken weg van het ‘take-make-dispose’-productie- en -consumptiemodel naar een circulair bedrijfsmodel zullen gegarandeerd profiteren van de structurele veranderingen in de toekomst, met voorlopers in innovatie die de principes van een circulaire economie toepassen om hun productaanbod te differentiëren.

Zo maakt Ball Corp aluminium voedsel- en drankverpakkingen. Omdat aluminium veel beter geschikt is voor recycling, zoekt het bedrijf naar manieren om aluminium ook te gebruiken voor andere, niet-traditionele toepassingen, bijvoorbeeld ter vervanging van plastic bekers in voetbalstadions of op feesten. Beleggers die vooruit kijken, kunnen profiteren van dit vooralsnog onbenutte succesverhaal door kapitaal te investeren in bedrijfsmodellen die passen in een circulaire economie, of in de bedrijven die de overgang naar een circulaire economie faciliteren. Dit is een klein deel van de bedrijven in verschillende sectoren. Beleggers moeten hun blik ook werpen op de industriële sectoren, alsook kijken naar de nutsbedrijven, waar kansen liggen voor bedrijven die zich bezighouden met verwerking en hergebruik van afval.

Vermindering risico circulariteit

Beleggers moeten niet alleen kijken naar de pure-play-bedrijven die zich volledig richten op circulariteit, maar ook naar bedrijven die circulariteit integreren in hun waardeketen. Afgezien van de economische voordelen die pure-play-bedrijven uit opdrogende hulpbronnen halen, zullen bedrijven die op dit moment hun focus verschuiven naar implementatie van circulariteit in hun productiemethoden en toeleveringsketen beter voorbereid zijn op het gevaar van opdrogende hulpbronnen en overheidsingrijpen. Hoewel de huidige focus van overheden op klimaatverandering lijkt te liggen, worden overheden zich steeds meer bewust van het feit dat naast klimaatverandering de noodzaak van een circulaire economie net zo belangrijk is. De Nederlandse overheid heeft zich ten doel gesteld in 2050 een circulaire economie te zijn. Een economie zonder afval, waar alles loopt op herbruikbare grondstoffen. Bedrijven die hierin niet meegaan worden als achterblijvers beschouwd. Zij zullen hogere prijzen voor hun grondstoffen moeten betalen, een groter risico lopen helemaal niet aan de benodigde grondstoffen te kunnen komen en derhalve een groter risico lopen hun klanten te verliezen. Een voorbeeld kan zijn de mislukte overnamepoging door SSAB van TATA steel, wat te maken had met de te hoge voorziene kosten voor het in overeenstemming brengen van de productielijnen met de duurzaamheids- en circulariteitsdoelstellingen van SSAB, waardoor duizenden banen op hun productielocaties op de tocht komen te staan.

BIODIVERSITEIT

Onder biodiversiteit wordt de diversiteit van het leven op aarde verstaan, en het is de maatstaf bij uitstek om de diversiteit in genen, soorten en ecosystemen te meten. Biodiversiteit is cruciaal voor het behoud van de menselijke populatie wereldwijd. De OESO schat dat ecosysteemdiensten maatschappelijk voordeel opleveren ter waarde van $125-140 biljoen per jaar, wat gelijkstaat aan ongeveer 1,5 x het mondiale BBP. Voorbeelden zijn het voldoen aan de groeiende voedselbehoefte, het reguleren van de luchtkwaliteit, het leveren van biomedische hulpbronnen en inzichten alsook waterzekerheid.

De historisch snelle achteruitgang van biodiversiteit kent verschillende oorzaken, maar belangrijke oorzaken zijn een ander gebruik van land onder meer door verstedelijking, de verspreiding van invasieve soorten als gevolg van globalisering, toenemende vervuiling, directe exploitatie van natuurlijke hulpbronnen en klimaatverandering.

Case Study: UPM

UPM-Kymmene Corporation (UPM), een MSCI-onderneming met een AAA-rating, is een mondiaal opererend bosbouwbedrijf dat beschikt over miljoenen hectares bos in Finland. De focus van het bedrijf ligt op papier voor kranten en tijdschriften en op fijn en speciaal papier. UPM heeft circulariteit volledig geïntegreerd in haar productieprocessen en bedrijfsdoelstellingen. Dit betekent dat het bedrijf zijn productieafval grotendeels hergebruikt of recyclet. Het wordt als ruwe grondstof of in de energieproductie gebruikt. Het hergebruik van afval of residuen in innovatieve producten is tevens een manier om de concurrentiepositie te verbeteren. Maar liefst 89% van het productieafval wordt gerecycled en hergebruikt en 31% van de in de afvalwaterzuiveringsbedrijven gebruikte bouwstoffen komen van gerecyclede bronnen. UPM is een voorbeeld van een bedrijf dat, hoewel het zich niet uitsluitend bezighoudt met circulariteit, het uitgangspunt van circulariteit omarmt en het zelfs als een efficiëntiekans ziet voor haar bedrijfsmodel.

 

Het verlies aan biodiversiteit heeft enorme gevolgen voor de economie. Biodiversiteit biedt op dit moment bescherming tegen extreme weersverschijnselen en tastbare risico’s; zo hebben de zogenaamde wetlands ervoor gezorgd dat de orkaan Sandy in 2019 voor een bedrag van $ 650 miljoen minder schade heeft veroorzaakt. De schatting van de VN is dat bodemverval in 2050 een verlies van $ 23 biljoen zal veroorzaken voor de mondiale economie. Zonder bescherming van biodiversiteit zal een groot aantal toeleveringsketens worden verbroken, waardoor een gebrek aan cacao voor chocola zal ontstaan wat nadelig zal uitpakken voor de koffie- en theeplanten. Eigenlijk alle fabrikanten van producten die worden gemaakt met natuurlijke hulpbronnen uit de landbouw of visserij zullen de negatieve gevolgen ondervinden van een verlies aan biodiversiteit.

Biodiversiteit, klimaatverandering & water in PRI-rapportage

Biodiversiteit, klimaatverandering & water in PRI-rapportage
Bron: PRI.

Biodiversiteit als kans

Het vraagt enige creativiteit om het behoud van biodiversiteit te zien als een kans. Naast klimaatverandering vormt de landbouw één van de belangrijkste aanjagers van risico’s in termen van het behoud van biodiversiteit en dat betekent dat hier ook kansen liggen. De kansen komen met name voort uit het verminderen van de intensieve landbouw, waarbij een grote hoeveelheid kunstmest wordt gebruikt met als gevolg dat stikstof en fosfor in het grondwater terechtkomen. Bedrijven die zich bezighouden met verticale landbouw of bedrijven die verlichting of andere hulpmiddelen en apparatuur leveren voor gebruik in de minder intensieve landbouw zijn de bedrijven die profiteren van de toegenomen aandacht voor het onderwerp biodiversiteit.

Biodiversiteit als risico

De landbouw is een sector waarin pesticiden en kunstmest grote gevolgen hebben gehad en nog steeds hebben voor biodiversiteit. Steeds meer bedrijven zijn zich evenwel bewust van dit probleem. Zo houdt Unilever bijvoorbeeld via een biodiversiteit-actieplan en de doelstelling om te komen tot nul netto ontbossing in 2020 rekening met biodiversiteit in haar strategieën voor de toeleveringsketen en neemt het bedrijf actief stappen om de desbetreffende maatregelen te implementeren. Daarbij wordt bijgedragen aan duurzaamheid op de lange termijn van de landbouwsystemen waarvan zij gebruik maakt. Dit leidt zelfs tot kansen. Zo is biodiversiteit voor een landbouwbedrijf een wezenlijk onderwerp, want bedrijfskosten gaan omlaag als er minder gewasbeschermingsproducten nodig zijn. Ook klimaatbestendigheid verbetert, want gezonde grond kan beter tegen droogte en overstroming. Bovendien kan er een hogere prijs voor producten gevraagd worden, omdat consumenten steeds vaker biologische voeding/duurzaam geproduceerd voedsel kopen.

Door te kijken naar de beleidsregels van bedrijven en naar de toeleveringsketens van bedrijven die afhankelijk zijn van landbouwproducten, kunnen beleggers reeds beoordelen hoe bedrijven de risico’s van biodiversiteitsverlies verkleinen en peilen waar kansen liggen door efficiëntere productieprocessen. Aan de andere kant is er het risico van regelgeving: bedrijven die zich bezighouden met bosbouw, mijnbouw, olie en veeteelt moeten ervoor zorgen dat hun activiteiten geen negatieve gevolgen hebben voor bossen en natuur. Dit alles om te voorkomen dat zij aansprakelijk worden gesteld voor de schade door vervuiling of ontbossing.

Case Study: JBS

JBS, een vleesverwerkend bedrijf dat is gevestigd in Brazilië, heeft recentelijk aangekondigd de zogenaamde nieuwe verplichting aan te gaan om de ontbossing door hun leveranciers van vee in het Amazonegebied aan te pakken. Deze aankondiging is echter niet meer dan een herhaling van een verplichting waarvan het bedrijf 10 jaar geleden ook al had gezegd zich eraan te gaan houden. De aankondiging leverde het bedrijf positieve media-aandacht op , maar de aankondiging van JBS is onvoldoende (en niet meer dan de nieuwste op een lange lijst van openbare verklaringen zonder feitelijke uitvoering). JBS zou nog steeds vee afnemen van boeren met illegaal ontbost land en dat duidt op gaten in de inkooppraktijk. Greenpeace heeft in juli 2020 een rapport gepubliceerd waarin wordt gesteld dat JBS in verband kon worden gebracht met ontbossing in het Amazonegebied. JBS heeft ook een boete gekregen van BRL 24 miljoen (USD 4,3 miljoen) voor het kopen van vee dat afkomstig was uit illegaal ontboste gebieden in Pará. Dit bedrijf voldoet duidelijk niet aan “best practices” ten aanzien van biodiversiteit binnen de toeleveringsketen. Over vijf jaar gezien heeft dit bedrijf minder gepresteerd dan de bredere Braziliaanse benchmark en heeft het de bijzondere aandacht van institutionele beleggers.

 

Natuurverlies, risico’s en implicaties voor beleggers

Natuurverlies, risico’s en implicaties voor beleggers
Bron: PRI, Investor Action On Biodiversity: Discussion Paper (08/2020)

CONCLUSIE

Hoewel klimaatverandering een “hot topic” is en dat de komende jaren zal blijven, is het voor beleggers noodzakelijk om te diversifiëren en om zich voor te bereiden op de komende uitdagingen die net zo belangrijk zijn. Beleggers kunnen naar andere impactthema’s kijken en profiteren van onderwerpen die nu in de schaduw staan van het thema klimaat, maar minstens zo belangrijk zijn. Beleggers moeten nu al scherp zijn op achterblijvers en een dialoog blijven voeren, want anders kunnen de nadelige gevolgen voor de rendementen enorm zijn. Water, circulariteit en biodiversiteit zijn drie thema’s die in de komende jaren meer aandacht zullen trekken van de internationale gemeenschap alsook van de beleggingswereld. Gelukkig richten dataproviders zich al enige tijd op transparantie op het gebied van water. Tot voor kort richtten zij zich vooral op de CO2-voetafdrukken van bedrijven, maar er komen steeds meer gegevens over water beschikbaar en deze zullen de komende jaren steeds beter worden.

Dataverzameling over circulariteit en biodiversiteit staat nog in de kinderschoenen; over gerecycled afval zijn gegevens beschikbaar, maar de rapportage van bedrijven moet verbeteren. Gegevens over biodiversiteit zijn het moeilijkst te vinden, omdat hier de focus voornamelijk ligt op beleid en het beheer van blootstelling aan risico’s. Ook op dit onderwerp zal er echter verbetering komen, omdat rapportagekaders zullen worden gestandaardiseerd. Kansen kunnen worden gevonden door te kijken naar beleggingen met een specifieke focus of doelstellingen op een van de thema’s. Nu werken aan blootstelling brengt beleggers in een positie voor hogere rendementen op de lange termijn. Voor risicobeperking moeten asset owners kijken naar vermogensbeheerders met een strikt due-diligencekader die de thema’s hebben opgenomen in het selectieproces. Uitsluiting van de slechtste presteerders beperkt ESG-risico’s en geeft, mits juist beheerd, slechts een kleine verhoging van financiële risico’s zoals uitgedrukt in de tracking error.